• Home
  • Algemeen financieel beleid

Algemeen financieel beleid

Verloopt de beleidsuitvoering in 2017 en 2018 binnen de vastgestelde kaders ?

fin1 voortgang bedrijfsuitvoering

Verloopt de beleidsuitvoering in 2017 en 2018 binnen de vastgestelde kaders ?

Onvoorzien/incidenteel

De raad heeft, om de begroting 2017 sluitend te houden, in november besloten een deel van dit budget ad € 240.000 in te zetten voor het opvangen van de financiële gevolgen van het niet doorgaan van de boventrendmatige verhoging van de Onroerendezaakbelasting (OZB)-tarieven.

Daarnaast is besloten om van het budget € 40.000 in te zetten als bijdrage in de kosten van de opening van de Blauwe As en € 40.000 ten behoeve van de garantstelling voor de organisatie van het daarvan onderdeel uitmakende ‘Symphony in Blue’.

Ook is besloten om ten laste van het budget een bijdrage van € 75.000 beschikbaar te stellen voor de door het Drents Museum te organiseren tentoonstelling ‘The American Dream’ en € 19.000 als bijdrage in de kosten van de organisatie van de Gamma Racing Day.

Van het in basis beschikbare budget van € 959.000 resteert thans nog € 545.000.

Belastingheffing

Het besluit van de raad om af te zien van de boventrendmatige verhoging van de Onroerendezaakbelasting (OZB)-tarieven en de compensatie van de opbrengstderving als gevolg van leegstand van panden resulteert vanaf 2018 in een structurele verslechtering van het meerjarenbeeld van € 800.000. Het nadeel voor de begroting 2017 bedraagt € 560.000.

De opbrengstraming in de begroting 2017 en de prognoses van de Onroerendezaakbelasting (OZB)-opbrengsten in de periode 2018-2020 worden hierop via deze voorjaarsnota aangepast.

De nadelige budgettaire effecten dienen, om het financieel kader sluitend te houden, door aanpassingen en maatregelen elders in de begroting te worden opgevangen.

Voor dekking van de kosten van de extra inzet die benodigd is voor het uitvoeren van herstelacties en verdere procesoptimalisatie van de belastingheffing en -invordering in Samenwerking Drentsche Aa (SDA)-verband is een budget van € 50.000 in de voorjaarsnota opgenomen.

Financiering, belegging en rentecalculatie

Bij de treasury lag het accent in deze bestuursperiode tot nog toe op het doorlichten van de schuldpositie, het herstructureren en het toekomstbestending maken van de leningenportefeuille.

Begin 2017 is in dit kader de voorlopig laatste actie uitgevoerd. Het betrof de vervroegde aflossing en herfinanciering van vijf relatief hoogrentende vaste geldleningen met een totale waarde van € 6,9 miljoen. De financiële effecten van deze omzetting worden via de voorjaarsnota in de begroting verwerkt. Dit verloopt nagenoeg budgettair neutraal.

Het in de begroting 2017 herziene rentebeleid wordt in 2018 voortgezet. De Europese Centrale Bank heeft recent aangegeven haar monetaire beleid, gericht op verruiming van de geldhoeveelheid en een laag rentepeil, voorlopig te continueren.

Gemeentefonds

Gevolgen september- en decembercirculaires 2016

De positieve effecten van de door het kabinet in de laatste septembercirculaire aangekondigde bijstelling van de gemeentefondsaccressen zijn direct na het bekend worden ervan in de begroting 2017 en het financieel kader 2018-2020 verwerkt. Het gevolg hiervan is een resultaatverbetering, oplopend van € 0,5 miljoen in 2017, tot € 1,9 miljoen in 2020.

Op grond van de overige maatregelen in de september- en de decembercirculaire moet de raming van de algemene uitkering 2017 per saldo met € 0,5 miljoen naar beneden te worden bijgesteld. Die bijstelling loopt op tot circa € 0,9 miljoen in 2020. Hoofdoorzaken zijn: 

  • Verlagingen van de integratie uitkeringen sociaal domein, maatschappelijke ondersteuning en maatschappelijke opvang. De totale omvang hiervan bedraagt € 1,1 miljoen.
  • De structurele beschikbaarstelling van middelen voor armoedebestrijding onder jongeren (en ouderen). Assen ontvangt hiervan € 0,4 miljoen.
  • Aanpassingen op grond van de verdeelsystematiek (uitkeringsbasis). Deze hebben in 2017 een positief effect van € 0,2 miljoen. Vanaf 2018 resulteren ze in een negatieve bijstelling die oploopt tot € 0,4 miljoen vanaf 2020.

De aanpassingen van de integratie-uitkering sociaal domein worden doorgekort naar de betrokken programmabudgetten. Voor armoedebestrijding wordt een budget van € 0,4 miljoen in de begroting opgenomen.

Het totaal van de algemene uitkering 2017 komt op basis van beide circulaires uit op € 158,2 miljoen. De hierin begrepen integratie-uitkeringen sociaal domein, Wet maatschappelijke ondersteuning en maatschappelijke opvang bedragen respectievelijk € 83,3 miljoen, € 5,4 miljoen en € 4,8 miljoen.

Over de hoogte van de Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn (RSP)-gelden, die Assen in 2017 van Rijk ontvangt voor de realisatie van de FlorijnAs, bevatten beide circulaires geen informatie.

 

Inhoud en strekking meicirculaire 2017

De meicirculaire 2017 was ten tijde van de presentatie  van de voorjaarsnota al wel  gepubliceerd maar nog niet in detail uitgewerkt. Dat vindt in  juni plaats.

Onze verwachting is dat de circulaire, in verband de lopende kabinetsformatie, beleidsarm en overwegend financieel technisch van inhoud zal zijn. Informatie over de inhoud en de gevolgen van een nieuw regeerakkoord zijn op zijn vroegst in de komende septembercirculaire te verwachten.

Een van de onderwerpen die  in de circulaire aan de orde komt is de afstemming van het gemeentefonds op het werkelijk beloop van de rijksuitgaven  in 2016. Die kan tot  een structurele correctie van het accres 2016 en die van de daaropvolgende jaren tot gevolg gaan hebben. We verwachten dat de accressen voor 2017 en de jaren daarna, onder meer als gevolg van de toenemende inflatie een positieve ontwikkeling te zien zullen geven. De impact hiervan voor Assen is op dit moment niet aan te geven.

We  informeren we de raad voorafgaand aan de bespreking van de voorjaarsnota nog via een afzonderlijk memo over de inhoud en strekking van de mei circulaire.

 

Financiering van gezamenlijke activiteiten met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)

Gemeenten werken op een aantal punten nauw samen om de uitvoering van publieksdiensten te stroomlijnen en de toegankelijkheid ervan te vergroten.

De financiering van deze gezamenlijke activiteiten verliep tot nu toe via jaarlijkse uitnamen uit het gemeentefonds. Die aanpak wordt gewijzigd. Vanaf 2018 vinden voor dit doel geen onttrekkingen aan het gemeentefonds meer plaats. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) brengt vanaf dan zelf de bijdragen bij de gemeenten in rekening. Die is gelijk aan de uitname uit het gemeentefonds dan wel de korting op de algemene uitkering in de oude situatie.

Het plan is om de gemeentelijke bijdragen te storten in het nieuw in te stellen Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) stelt een uitvoeringsprogramma vast en legt jaarlijks aan gemeenten verantwoording af over de voortgang en resultaten van de in gezamenlijkheid uitgevoerde activiteiten en de besteding van de middelen.

Het gaat in principe om een technische aanpassing die, als alles volgens plan verloopt, budgettair neutraal zal verlopen.

De raming voor Asser bijdrage aan het nieuw in te stellen fonds wordt vanaf 2018 opgenomen in het begrotingsprogramma ‘Samen werken aan Assen’.

 

Toekomstige ontwikkelingen Gemeentefonds

De toekomstige ontwikkelingen van het gemeentefonds zijn in dit stadium afhankelijk van de uitkomsten van de kabinetsformatie en de inhoud en beleidsimpulsen van het nieuwe regeerakkoord.

Zo het zich nu laat aanzien zal op zijn vroegst in het kader van de Miljoenennota 2018 en daarvan afgeleide septembercirculaire 2017 meer duidelijkheid ontstaan over de inhoud en de strekking van nieuwe beleidsimpulsen, de daarvoor beschikbaar komende middelen, en over mogelijke wijzigingen en aanpassingen in de invulling van de financiële verhouding tussen kabinet, provincies en gemeenten.

De inzet van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in het kader van de formatie richt zich op:

  • Vergroting van de stabiliteit.
  • Verruiming van het gemeentelijk belastinggebied.
  • Koppeling van het gemeentefonds aan de bruto rijksuitgaven.
  • Beëindiging van schaal- en of andere kortingen op het gemeentefonds.

De Asser integratie-uitkering sociaal domein loopt op basis van de vastgestelde verdeelmodellen en bijbehorende overgangsregelingen terug van € 83,2 miljoen in 2017 naar € 82,0 miljoen in 2020. De eigen uitvoeringsbudgetten zullen, om nadelige begrotingseffecten te voorkomen, hierop worden aangepast.

De middelen die tot dusverre in de vorm van een integratie-uitkering sociaal domein voor de uitvoering van maatschappelijke ondersteuning, de jeugdzorg en de participatie beschikbaar komen, worden, als het kabinet vasthoudt aan haar planning, vanaf 2018 onderdeel van de reguliere verdeling van het gemeentefonds.

Deze operatie zal zonder twijfel herverdeeleffecten tot gevolg hebben. Assen komt daarbij tot nu toe steeds als nadeelgemeente uit de bus. De ombouw van het gemeentefonds kan dus gevolgen hebben voor de Asser algemene uitkering en daarmee voor de uitkomsten van komende begrotingen.

Heffing vennootschapsbelasting

In de begroting 2017 en de meerjarenprognose is er als aanname vanuit gegaan dat Assen geen vennootschapsbelasting verschuldigd is. Argument daarvoor is dat het maken winst geen op zichzelf staand beleidsdoel is, maar daarvan slechts een niet beoogd neveneffect kan zijn.

In het kader van de financiële verantwoording over 2016 is onderzocht welke activiteiten tot heffing van vennootschapsbelasting zouden kunnen leiden. Daaruit bleek dat de exploitatie van het parkeren en de inzameling van bedrijfsafval belaste activiteiten vormen. Het onderzoek geeft echter nog geen volledig en definitief beeld; daarvoor is een meer gedetailleerd onderzoek noodzakelijk.

Op basis van de in 2016 voor de betrokken activiteiten gemaakte kosten en gerealiseerde opbrengsten is een inschatting gemaakt van de in dat jaar mogelijk verschuldigde vennootschapsbelasting. Die kwam uit op € 30.000 en is als verplichting in de jaarrekening 2016 opgenomen. Die lijn wordt voorlopig ook voor de begroting 2017 gehanteerd. In de najaarsnota rapporteren we verder over de voortgang en verdere bevindingen.

Voor het grondbedrijf is een quickscan bepalend of er sprake is van vennootschapsbelasting. Het ministerie heeft inmiddels aangegeven dat de historische rente wel mag worden meegenomen in de quickscan. Dit heeft tot gevolg dat er voor het grondbedrijf geen belastingheffing over 2016 is te verwachten.

Overige algemene dekkingsmiddelen en ontwikkelingen

Herijking financiële verordening

De gemeentelijke financiële verordening moet worden vernieuwd. Het nieuwe Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en de door de raad vastgestelde wijzigingen van de planning- en controlcyclus zijn daarvoor de belangrijkste ingrediënten.

Het verbeterproces is gestart. Er ligt inmiddels een conceptversie van de nieuwe financiële verordening. Deze is ter bespreking aan de accountantscommissie en de externe accountant voorgelegd. Verdere voortgang wacht op oordeelsvorming en advies van de commissie.

De planning is er op gericht dat de raad de nieuwe financiële verordening in september 2017 kan vaststellen, zodat deze met ingang van 2018 in werking kan treden.

 

Tussenstand Verbeterplan Financieel Beheer

Het project is eind 2016 gestart. De verwachte doorlooptijd wordt geschat op twee tot drie jaar. Belangrijke voorwaarde voor het welslagen van het project is dat er gezamenlijk wordt gewerkt aan verbeteringen.

Om dat te bereiken zijn werkgroepen gevormd die de betrokken processen op meerdere aspecten doorlichten, en op basis daarvan komen met aanbevelingen die leiden tot duurzame verbetering. Ook zijn werkgroepen gevormd die zich specifiek bezighouden met de thema’s Sturingsinformatie, Interne Controle en Audit en Systemen en ICT. De belangrijkste knelpunten zijn inmiddels in beeld en er wordt gewerkt aan de gezamenlijke implementatie van noodzakelijke verbeteringen.

Voor uitvoering heeft de raad, evenredig verdeeld over de jaren 2017 en 2018, een totaalbudget van € 600.000 beschikbaar gesteld. Het daarin voor 2017 begrepen aandeel lijkt vooralsnog voldoende. De planning is er op gericht dat het project eind 2018 wordt afgesloten. Vanaf dan zullen de werkzaamheden structureel georganiseerd en geborgd worden.

Het is niet uitgesloten dat er, om blijvend te kunnen voldoen aan de eisen van nieuwe wet- en regelgeving, op het terrein van de interne controle en audit en de daarvoor benodigde ontwikkelcapaciteit en stuurinformatie, blijvend extra middelen noodzakelijk zijn om als gemeente duurzaam in control te blijven.

 

Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)

In verband met korte voorbereidingstijd is in de begroting 2017 gekozen voor een pragmatische invulling van de van de uit de nieuwe voorschriften voortvloeiende stelselwijzigingen. Verdere verdieping en verfijning krijgen waar nodig in de begroting 2018 hun beslag.

Onderwerpen die in dat verband aan de orde komen zijn de nadere afbakening van het begrip ‘investering met maatschappelijk nut’, het al dan niet calculeren van rente over het eigen vermogen (de zogenoemde bespaarde rente), de aanpassing van de indexatiepercentages van de amortisatiereserves, de toetsing en herijking van de grondslagen en de tarieven van de gemeentelijke heffingen. Die mogen op grond van de nieuwe rekenregels maximaal kostendekkend zijn. Verder zullen afspraken worden gemaakt over de functie die de zogenoemde ‘taakvelden’ de komende jaren in het beleids-en begrotingsproces gaan krijgen.

De verdere uitwerking van het BBV kan nog van invloed zijn op de uitkomst van de begroting 2018. Vooral de impact van het stoppen met het calculeren van ‘bespaarde rente’ kan, als daartoe zou worden besloten, substantieel zijn.

Verder dienen de in de lopende bestuursperiode gehanteerde inrichtingsprincipes voor de begroting en verantwoording, en de wijze waarop de product- en programmabudgetten worden opgebouwd en verantwoord op werkbaarheid en effectiviteit te worden beoordeeld.

Reserves en voorzieningen

Via de voorjaarsnota worden de onttrekkingen aan en stortingen in de reserves in de begroting in overeenstemming gebracht met de besluitvorming die daarover sinds de vaststelling in november 2016 heeft plaatsgehad.

Uitkomst daarvan tot nu is dat er in 2017 ten opzichte van de ramingen in de begroting in totaal € 16,5 miljoen extra ter ondersteuning van de beleidsuitvoering aan de reserves wordt onttrokken. Een belangrijk deel van deze inzet houdt verband met de uitvoering van het dekkingsplan dat is vastgesteld voor de realisatie van de ambities uit de mid term review (MTR).

De extra inzet van de reserves ziet er samengevat als volgt uit.

  • Algemene reserve voor € 4,0 miljoen voor dekking van de investeringsbijdrage en het instellen van de reserve garantstelling ijsbaancomplex, het herstel van de Triadegarage en enkele andere kleinere dekkingsmaatregelen.
  • Algemene reserve grondexploitatie voor € 4,5 miljoen voor de dekking van de kosten van grondaankopen, de investeringsbijdrage voor het ijsbaancomplex en de herinrichting van het Veemarktterrein.
  • Reserve FlorijnAs voor € 2,3 miljoen ter dekking van de meerkosten van het stationsgebouw.
  • Reserve jaarovergang 2016/2017 van € 3,0 miljoen ter dekking van de kosten van nog niet afgeronde activiteiten uit 2016.
  • Voorziening Ruimtelijk Economisch Programma (REP)-gelden voor € 1,0 miljoen, eveneens ter dekking van de investeringsbijdrage voor het ijsbaancomplex.
  • Reserve grote projecten voor € 0,5 miljoen als bijdrage in de herinrichting van het Veemarktterrein.
  • Overige bestemmingsreserves en beheerfondsen voor een bedrag van in totaal € 1,1 miljoen voor diverse andere dekkingsmaatregelen.

Verder dienen, mede als gevolg van de gewijzigde begrotingsvoorschriften, twee nieuwe amortisatiereserves te worden gevormd en gevoed. Het betreft de amortisatiereserves Veemarktterrein van € 1,4 miljoen en Gebiedsgericht Werken van € 0,55 miljoen. Beide reserves zijn bestemd voor dekking van de jaarlijkse kapitaallasten die uit de investeringen in de projecten voortvloeien.

Het totaaloverzicht van de in voorjaarsnota verwerkte mutaties in reserves in voorzieningen is als bijlage in de voorjaarsnota opgenomen.

Uitvoering Mid Term Review (MTR)

Er zijn inmiddels de nodige vorderingen gemaakt met de uitvoering van de mid term review (MTR).

Voor een belangrijk aantal onderdelen zijn, sinds de vaststelling van de begroting in november 2016, beleidsvoorstellen, uitvoeringskredieten en dekkingsmaatregelen door de raad vastgesteld, of er is sprake van initiatieven en voorbereidingen om daartoe te komen. De belangrijkste daarvan betreffen:

  • Realisatie van het ijsbaancomplex/Toeristische Recreatieve Zone.
  • Vervanging en verduurzaming van de openbare verlichting.
  • Realisatie van een nieuwe nevenpost voor de brandweer.
  • Herinrichting van het Veemarktterrein.
  • Aanpak van verwarde personen.
  • Verbetering van de kwaliteit van de binnenstad.

De in de mid term review (MTR) vastgelegde ambitie met betrekking tot de doorontwikkeling van de sensortechnologie en de daarvoor geplande middeleninzet van € 1,0 miljoen zijn als gevolg van de problematiek rondom Sensorcity en de in dat verband gemaakte bestuurlijke keuzes in een ander daglicht komen te staan.

In de verdere uitwerking van de mid term review (MTR) en de voorbereiding van de beleidsinvulling voor de begroting voor 2018 zullen nadere afspraken worden gemaakt over de (her)bestemming van de hiervoor voorziene middeleninzet.

Datzelfde geldt voor de herbestemming van het niet langer benodigde deel van het krediet dat eerder beschikbaar is gesteld voor de revitalisering van het Stadsbedrijvenpark. Het gaat om een restantbudget van € 1,1 miljoen. We willen hieruit middelen beschikbaar stellen als cofinanciering van de bedrijvenregeling van de provincie Drenthe. Het restant valt in principe vrij ten gunste van de algemene middelen.

Bezuiniging programma Algemene Dekking

Van de op het programma Algemeen financieel beleid drukkende bezuinigingen wordt de boventrendmatige verhoging van de Onroerendezaakbelasting (OZB)-tarieven definitief niet gerealiseerd. De raad heeft hiertoe in november 2016 via een amendement op de begroting 2017 besloten. Als gevolg hiervan komt de op basis van deze maatregel in de begroting 2017 en de meerjarenprognose structureel ingeboekte bezuinigingen van uiteindelijk € 480.000 te vervallen.